fbpx

Intervallen

Om de muziekwereld helemaal te kunnen begrijpen, moet je elk kleine detail weten die omgaat in een muziekstuk. Een van deze belangrijke details zijn intervallen. Intervallen vertellen namelijk de afstand tussen bepaalde tonen. Een interval is namelijk het verschil in toonhoogte tussen twee noten. Je hebt allemaal verschillende soorten van intervallen. Je kan namelijk, twee tonen tegelijkertijd of twee tonen na elkaar hebben.

  • Twee tonen tegelijkertijd is dan bij een tweeklank, dit kan je horen of op bladmuziek zien als twee noten boven elkaar.)
  • Twee tonen na elkaar kan je af en toe horen en ook zien op bladmuziek als twee noten na elkaar, zoals in een melodie.

Alle intervallen hebben ook een naam. Meeste van deze kom je al gauw tegen in bijvoorbeeld akkoorden maken. De intervallen hebben Latijnse namen, namelijk;
Prime, Secunde, Terts, Kwart, Kwint, Sext, Septiem, Octaaf.

Al deze namen klinken erg lastig om te onthouden, maar ze zijn eigenlijk best slim bedacht. Elk interval staat namelijk voor een bepaalde afstand tussen een noot/toon. Bij het tellen van intervallen tel je de eerste noot ook mee, dit is namelijk 1. De afstanden van de intervallen zijn;  

  • Prime heeft een afstand van 1 toon en is dus op de zelfde toonhoogte.
  • Secunde heeft een afstand van 2 toon en er is dus een verschil van 1 noot
  • Terts heeft een afstand van 3 tonen en er is een verschil van 2 tonen.
  • Kwart heeft een afstand van 4 tonen en er is een verschil van 3 tonen.
  • Kwint heeft een afstand van 5 tonen en er is een verschil van 4 tonen.
  • Sext heeft een afstand van 6 tonen en heeft een verschil van 5 tonen.
  • Septiem heeft een afstand van 7 tonen en heeft een verschil van 6 tonen.
  • Octaaf heeft een afstand van 8 tonen en heeft een verschil van 7 tonen.

Elk interval heeft ook nog een bepaalde ‘bijnaam’ zoals, consonante (prettig in het gehoor) of dissonante (wringend geluid). Het verschil is makkelijk, consonante intervallen is prettig om te horen en klinkt ook logisch. Dissonante intervallen vinden wij vaak niet mooi en heeft een bijna valse klank. Het is wringend en onprettig om naar te luisteren.

Verschil in intervallen

In toonladders heb je ook verschillen in intervallen. Zo heb je bij een majeur toonladder grote intervallen en bij een mineur kleine intervallen. Ook heb je reine intervallen die niet groot of klein kan worden. Maar wat betekent groot of klein?

Wanneer je over intervallen praat, zijn de namen alleen af en toe niet voldoende. Het is namelijk dat sommige intervallen ook nog kunnen verschillen met een halve toon. Zo is een d – f een terts, maar d – fis ook. Dit kan natuurlijk veel verwarring veroorzaken. Om zo precies mogelijk te zijn in notatie en uitleg, moet je iets toevoegen aan de naam.
Je hebt een paar intervallen die niet kunnen veranderen, zoals de terts, en maar 1 mogelijkheid hebben. Dit zijn namelijk de, prime, kwart, kwint en octaaf van een majeur toonladder en worden ook wel reine intervallen genoemd. Dit is omdat ze een bepaalde open klank hebben waardoor je ze rein noemt. Verder in een majeur toonladder heb je ook nog grote intervallen. De grote intervallen in een majeur toonladder zijn, secunde, terts, sext en septiem. De afstanden van grote intervallen veranderen ook iets. Bijvoorbeeld de afstand van de grondtoon naar een grote terts is nog steeds het zelfde, 3 tonen verschil, maar dan + een halve toon erbij. Een paar voorbeelden zijn: 

  • De grondtoon A krijgt de grote terts Cis.
  • De grondtoon F krijgt de grote sext Dis.

Bij een majeur toonladder zijn de, secunde, terts, sext en septiem vaak grote intervallen. Van deze grote intervallen kan je ook kleine intervallen maken. Dit is makkelijk gedaan door de afstand tussen de twee noten met een halve toon te verkleinen. Dit kan op twee manieren vanaf de grote interval;

  • De grondtoon met een halve toon verhogen.
  • De sext/terts/septiem/secunde met een halve toon verlagen.

Bij intervallen kan je ook te maken krijgen met overmatige of verminderde intervallen. Verminderde intervallen zijn alle reine intervallen en kleine intervallen die met (nog) een halve toon verlaagt worden.
Overmatige intervallen
zijn alle reine en grote intervallen die juist met een halve toon verhoogt wordt.

Bij verminderde en overmatige intervallen heb je vaak dat sommige van hen hetzelfde klinken. Een overmatige kwart en een verminderde kwint klinken namelijk hetzelfde. Je speelt dan ook de zelfde toets of noot. Dit geldt bijvoorbeeld ook voor een verminderde terts, die klinkt namelijk als een overmatige secunde. Dat verschillende genoteerde noten eigenlijk hetzelfde zijn, noemen we met een mooi woord enharmonisatie.